De Belgische schilder Jan Cox (Den Haag, 27 augustus 1919 - Antwerpen, 7 oktober 1980) vestigde zich na een verblijf in Boston in 1974 te Antwerpen voor een samenwerking met galerie De Zwarte Panter. Hij beschouwde zijn kunstenaarschap als een artistiek en humanistisch project. Zijn werken nodigen de toeschouwer uit tot reflectie over de menselijke conditie, de hoop en de verschrikkingen van de moderne wereld. Op deze pagina bieden wij een bondig overzicht van zijn werk.

 

Jan Cox wordt geboren in Den Haag op 27 augustus 1919. Hij brengt het grootste deel van zijn jeugd door in Amsterdam, en verhuist in 1936 naar Antwerpen, waar hij lessen volgt aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. In 1945 richt hij samen met andere kunstenaars de groep Jeune Peinture Belge op. Enkele jaren later komt hij in contact met de leden van de Cobragroep en bouwt hij blijvende vriendschappen op met Pierre Alechinsky en Hugo Claus. Vanaf 1948 verschuift zijn aandacht naar de Verenigde Staten. Zo stelt hij tentoon in de befaamde Curt Valentin Gallery in New York, en is hij vanaf 1956 Head of the Painting Department van de School of the Museum of Fine Arts in Boston. Wanneer hij in 1974 naar België terugkeert, wordt hij opgenomen in de kunstenaarskring van Galerie De Zwarte Panter in Antwerpen.

 

De kunst van Jan Cox neemt in de naoorlogse kunstgeschiedenis een aparte plaats in door de zorgvuldige compositie, het magische of surreële karakter en een zeer persoonlijk kleurenpalet. Maar bovenal onderscheidt Jan Cox zich van zijn tijdgenoten door zijn keuze voor klassieke thema's: Orpheus, de Ilias van Homeros, de Passie van Christus, thema's waarin hij met de toeschouwer wil nadenken over de 'menselijke conditie' en de verschrikkingen en de wanhoop van de moderne tijden.

 

Aan Orpheus zal Jan Cox omstreeks 1960 een elfdelige reeks schilderijen wijden. Orpheus staat voor de kracht en tragedie van de kunst: zijn muziek verzacht de zeden in die mate dat dieren tam worden en mensen ophouden zich als agressieve barbaren te gedragen. Door de kracht van zijn muziek slaagt Orpheus er ook in zijn geliefde Eurydice uit de onderwereld te bevrijden. Maar hun tocht uit de onderwereld eindigt op een mislukking en Orpheus is zijn geliefde voor eeuwig kwijt. Jan Cox vindt in gebeurtenissen in zijn eigen liefdesleven en zijn professionele bestaan een aansporing om deze reeks te schilderen.

 

Jan Cox had de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. In 1975 beslist hij om een reeks schilderijen te wijden aan de oorlog tussen de Grieken en de Trojanen. De Ilias is door de omvang zijn meest ambitieuze artistieke project. In tal van expressieve close-ups voert hij de bekende krijgers en helden op: Menelaos, Achilles, Patroclos, Hector, Priamus. Cox wil in schilderijen als De bloedregen duidelijk wijzen op de gruwel van het oorlogsgeweld. Maar in sommige taferelen is hij ook gefascineerd door de menselijkheid en verschrikkelijke schoonheid van de oorlog.

 

Door het tragische levenseinde en de ernst van de onderwerpen die Jan Cox in zijn schilderijen aansnijdt, ontgaat ons soms de ironie en humor in zijn werk. Een aantal werken, sommige driedimensionale assemblages, getuigen nochtans heel duidelijk van het onderschatte ludieke karakter van Jan Cox, een ander aspect van zijn kunstenaarschap.

 

Met dank aan Codart. Lees hier het volledige artikel.

 

 

The Belgian painter Jan Cox was born in The Hague on 27 August 1919. He spent the largest part of his childhood in Amsterdam and moved to Antwerp in 1936, where he attended classes at the National Higher Institute of Fine Arts. In 1945 he founded the group Jeune Peinture Belge together with other artists. A few years later he was introduced to the members of the Cobra group and he made life long friendships with Pierre Alechinsky and Hugo Claus.

 

From 1948 his attention shifted to the United States. He exhibited in the famous Curt Valentin Gallery in New York, and from 1956 he was Head of the Painting Department of the School of the Museum of Fine Arts in Boston. When he returned to Belgium in 1974, he joined the artists’ circle of Galerie ‘De Zwarte Panter’ in Antwerp. In post-war history, Jan Cox’s art occupies a special place because of its careful composition, magical or surreal nature and a very personal palette. But Jan Cox mainly stands out from his contemporaries because he opted for classical themes: Orpheus, Homer’s Iliad, the Passion of Christ, themes in which he, together with the viewer, wanted to think about the ‘human condition’ and the horrors and desperation of modern times.

 

See also www.codart.nl

item1a1
item5
item6
Jan Cox
BIOGRAFIE
item7
Coxfull
item1
JanCoxPriamos

Het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet aan de Antwerpse Vrijdagmarkt is een uniek museum, het eerste ter wereld dat werd erkend als Unesco werelderfgoed. De drukkerij van Plantin met de oude drukpersen en de historische bibliotheek zijn bekend bij het grote publiek, maar ook de collectie van het Prentenkabinet bevat een schatkamer aan waardevolle prenten en tekeningen van Antwerpse meesters van  de 16de eeuw tot vandaag. In de depots liggen Rubens, Breughel, Bervoets en Panamarenko zij aan zij. Het Prentenkabinet van het museum Plantin-Moretus wordt gerekend tot een van de vijftig belangrijkste prentenkabinetten ter wereld.

 

Het prentenkabinet bewaart een 100 tal werken van Jan Cox waaronder etsen, kleurlithografieën, en een aantal prentenmappen zoals Orpheus en de Ilias van Homerus. Via de www.museumplanintmoretus.be kan elke geïnteresseerde de prenten opvragen en in de leeszaal van het museum komen bekijken.

JAN COX IN HET PRENTENKABINET