Ook in The greatest story ever told herkennen we de thema’s uit vroeger werk van Ysbrant. Hoewel de schilder nu vaker onnadrukkelijk schildert en slechts met enkele vegen en een paar lijnen verf een heel beeld gestalte kan geven, dito een hele wereld oproept. De taferelen zijn opener geworden, minder bevolkt in zekere zin. Maar nog steeds herkennen we jurken en de plooival ervan, de gedaante van de schilder, een wit konijn op de voorgrond, geraamtes, straatlantaarns en andere tekenen van de hedendaagse beschaving. En er is ook water, steeds en altijd het water en het bootje dat vaart. Het bootje vaart echter niet meer op de Venetiaanse laguna, maar op de Antwerpse binnenwateren. Een sluis gaat net dicht of net open. Een witte jurk licht letterlijk en figuurlijk op, een duistere gestalte vergezelt haar.
Hoewel Ysbrant zijn onderwerpen steeds aan de hand van essenties toont en weergeeft, en de al dan niet geabstraheerde figuratie in het oog springt, spelen de lijnen en de beweging van de verf een even en over het algemeen zeer belangrijke en cruciale rol. Ysbrant schildert niet wat er is, maar hoe hij het ziet, voelt, ruikt en in gedachten heeft, daarbij steeds gehoor gevend aan de wetten van de vorm en verf.
Tekenend hiervoor is ook hoe hij in Versters film voor Maria met Kind van Jean Fouquet staat, en met één simpele beweging van de hand, een gebaar dat alleen een kunstenaar kan maken of maakt, in een fractie van een aantal seconden aangeeft hoe ingenieus de compositie van het werk in elkaar zit.
Inge Braeckman
Voor zijn nieuwe tentoonstelling Ultima Thule heeft Ysbrant.17. (Den Haag, 1937) zich gebaseerd op Nabokovs gelijknamige kortverhaal, zoals het gepubliceerd is in het boek ‘Solus Rex’. Hierin betreurt de kunstenaar Sineusov, die tegelijkertijd fungeert als de verteller van het verhaal, de vroegtijdige dood van zijn geliefde vrouw en hoopt hij op de een of andere manier met haar in contact te komen via het hiernamaals. Aan de hand van dit verhaal, dat zich als een verre reis naar een Noors en onbestemd land prijsgeeft, en dat van de gekke wiskundige Falter (namelijk het Duitse woord voor vlinder) die denkt de eschatologische formule te hebben gevonden maar weigert om die te delen met de wereld omdat de kennis ervan enkel tot waanzin of de dood leiden kan, reflecteert Nabokov op een ambivalente manier over de begrippen ‘de essentie der dingen’ en over het transcendente.
Het hele oeuvre van Ysbrant bestaat uit een gelijk(w)aardige queeste. We ontwaren de verlatenheid van een spoorweg in bruinige, ietwat vuile en vale kleuren die zich feilloos plooien naar en alterneren met de onverwachtsheid van felle, heldere kleuren. Een meisje in de direct herkenbare Ysbrantiaanse jurk, met een niet te ontwaren gelaat, doemt op. Ze zit in een zeilbootje in een typisch Vlaams landschap met windmolen en afsluiting. Maakt ze gewoon een boottochtje op een zomerse dag? Of vaart ze samen met Charon op de Styx, de rivier die de aarde scheidt van de onderwereld, naar de overkant?
Het onbestemde en het vatbare gaan hand in hand, en de realiteit en een onwerkelijkheid omhelzen elkaar. Net zoals de abstracte vormen die zich bij Ysbrant steeds naadloos aansluiten bij het concrete. De verf wordt soms dik gezet, en wisselt zich met dunne lagen, nu en dan gelieerd aan transparante delen. De ondergrond is van cruciaal belang voor de opbouw van elk werk. Verfspatten trekken de aandacht of leiden die net af, en begeleiden op die manier de blik van kijker naar een ander deel van het werk.
Het fragmentaire blijft heersen in Ysbrants taferelen, maar de verf legt verbanden en componeert de onderlinge en afzonderlijke fragmenten steeds tot een zwierig geheel. Vervormingen zijn van cruciaal belang. Ysbrant wil zijn kijker enkel confronteren met hoe hij als schilder de realiteit, die vaak irreëel is, ervaart. We zien skeletachtigen, een vulkaan, smeulend vuur, een kikker in de intimiteit van een binnentafereel (namelijk het café) met een dansend koppel, een meisje aan een vijver alsof ze op zoek is naar haar spiegelbeeld, naar het mysterie in de vijver verzonken, of naar de kikker die even buiten beeld is.
Deze tentoonstelling ontplooit zich dan ook als één episch gedicht, bestaande uit een grote verzameling van werkelijkheden en herinneringen, waarbij beide als een brug tussen het fysieke van de verf en het geestelijke van het werk opereren.
Naar aanleiding van deze tentoonstelling verschijnt het boek ‘Ysbrant. Schilderijen/Paintings 2000–2014’, uitgegeven door het Mercatorfonds in Brussel, met onder andere een tekst van Marc Ruyters en Inge Braeckman. Naast dit boek is er ook een gelimiteerde uitgave in een foedraal gemaakt op 60 exemplaren, met twee speciaal door de kunstenaar ontworpen etsen.
Inge Braeckman
Ysbrant is niet alleen een bevlogen schilder in olieverf of tempera op doek, maar hij creëerde ook een grafisch oeuvre en werkte mee aan bibliofiele edities. Zo participeerde hij reeds in 1977 ter gelegenheid van het Rubensjaar – de 400ste verjaardag van de geboorte van Rubens - aan de gezamenlijke map die De Zwarte Panter publiceerde onder de titel Het jaar van de jicht. In 1981 creëerde hij een bibliofiele uitgave met zijn vriend de auteur Remco Campert onder de titel Bioscoop: gedichten van Remco Campert en lithografieën van Ysbrant, uitgegeven door Printshop/Grafiekwerkplaats Piet Clement te Amsterdam. In 2001 publiceert Galerie De Zwarte Panter een bibliofiele editie Vergane Dagen, litho’s van Ysbrant.17. en gedichten van Remco Campert. En die samenwerking zou voortduren en telkens nieuwe meesterwerken scheppen.
In 2014 verscheen bij Mercatorfonds het boek Ysbrant/Schilderijen/Paintings/2000-2014 met grondige essays van Inge Braeckman en Mark Ruyters, gedichten van Remco Campert en Inge Braeckman en met medewerking van Frank Herreman. Mark Ruyters eindigt zijn essay met volgende synthese: “Van de Grieken en de Romeinen over de oude en moderne meesters tot de pop- en volkscultuur vandaag: Ysbrant neemt alles in zich op en vertaalt het in een beeldentaal die niet vertelt, maar aangeeft. ‘Ik leg niet graag uit wat ik schilder.’ Dat is de pointe. Schilderen is een andere taal dan spreken of schrijven. Hij ziet er weinig of geen raakpunten in. Ik schilder, dus ik zwijg. Ik zwijg, dus ik schilder. Schilderen is een taal die niet spreekt. Het concept komt en gaat, maar het schilderen blijft.”
Het werk van Ysbrant bevindt zich inmiddels in talrijke belangrijke openbare verzamelingen, waaronder de collectie Kunst op de Campus Universiteit Antwerpen en het Stedelijk Museum Amsterdam, waar hij in 2002 een imposante solotentoonstelling hield.
De huidige tentoonstelling in de Galerie De Zwarte Panter kreeg de titel Selinunte. Selinunte is een referentiepunt voor ieder cultuurhistorisch geïnteresseerde bezoeker aan Sicilië. De bijzonder rijke archeologische site van Selinunte geeft, ondanks plunderingen en aardbevingen, een van de meest complete beelden van een Griekse stad uit de 5° eeuw voor Christus, met schitterende ruïnes van tempels gewijd aan o.m. de god Apollo, de hemelvorstin Hera en de godin Demeter. Deze kustplaats herbergt ook een versterkt bolwerk tegen piraten uit de 16° eeuw. Ysbrant vertoeft er vaak. Een ideaal vertrekpunt voor hem voor een reeks schitterende schilderijen waar de Middellandse Zee, de mythe, de Griekse en Italiaanse wereld, rechtstreeks of onrechtstreeks een rol in spelen.
Langs de kaai, vijf gedichten van Remco Campert met tekeningen van Ysbrant, is een editie van uitgeverij Demian in samenwerking met De Vrienden van De Zwarte Panter, en verschijnt naar aanleiding van deze tentoonstelling.
Nick Andrews | Michael Bastow | Fred Bervoets | Jacques Brissot | Michel Buylen | Hugo Claus | Jan Cox | Jan Decleir | Benjamin Demeyere | Etienne Desmet | Frans Heirbaut | Wim Hermans | Dr. Hugo Heyrman | Kamagurka en Herr Seele | Marc Kennes | Guy Leclercq | Jacques Lennep | Tom Liekens | Frank Maieu | Raymond Minnen | Mugo | Lieven Nollet | Benoit Piret | Pjeroo Roobjee | Wim De Schamphelaere | André Stas | Roger Van Akelijen | Frieda Van Dun | Marcel van Maele | Jan Vanriet | Frederique van Rijn | Dirk Vermeirre | Frank Wagemans | Ysbrant .17
Van de aanklikbare namen kunnen de voorbije exposities vanaf januari 2011 nog worden geraadpleegd.
Nick Andrews | Michael Bastow | Fred Bervoets | Jacques Brissot | Michel Buylen | Hugo Claus | Jan Cox | Jan Decleir | Benjamin Demeyere | Etienne Desmet | Frans Heirbaut | Wim Hermans | Dr. Hugo Heyrman | Kamagurka en Herr Seele | Marc Kennes | Guy Leclercq | Jacques Lennep | Tom Liekens | Frank Maieu | Raymond Minnen | Mugo | Lieven Nollet | Benoit Piret | Pjeroo Roobjee | Wim De Schamphelaere | André Stas | Herman Selleslags | Roger Van Akelijen | Frieda Van Dun | Marcel van Maele | Jan Vanriet | Frederique van Rijn | Dirk Vermeirre | Frank Wagemans | Ysbrant .17
Van de aanklikbare namen kunnen de voorbije exposities vanaf januari 2011 nog worden geraadpleegd.
De tentoonstellingen van Ysbrant The finishing touch en Jan Decleir Beginnersgeluk lopen van zaterdag 18 januari tot en met zondag 8 maart 2020. Vernissage op vrijdag 17 januari 2020 tussen 16u00 en 23u00. Inleiding door Jan Mulder om 20u00.
Ysbrant (°Den Haag 1937) is niet alleen een bevlogen schilder, maar hij creëerde ook een grafisch oeuvre en werkte mee aan bibliofiele edities. Zo creëerde hij een zeefdruk voor de gezamenlijke map die De Zwarte Panter publiceerde onder de titel ‘Het jaar van de jicht’, naar aanleiding van het Internationaal Rubensjaar 1977, ter gelegenheid van de 400ste verjaardag van de geboorte van de kunstenaar. Talrijke bibliofiele uitgaven volgden. Het boek ‘Schilders & Schrijvers Vijftig Jaar Galerie De Zwarte Panter in druk 1968-2018’, uitgegeven naar aanleiding van de expo van bibliofiele edities van De Zwarte Panter in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen, geeft hiervan een overzicht. In 1982 ‘Het voltrekken’ met vier etsen van Ysbrant, een gedicht van Hugo Raes en een slotwoord van Michel Oukhow; daarna volgt in 2001 ‘Vergane Dagen’, met vier lithografieën van Ysbrant en vier gedichten van Remco Campert; vervolgens in 2014 ‘Ysbrant. Schilderijen/Paintings, 2000-2014’ met twee etsen door Ysbrant en diverse teksten en tenslotte in 2016 ‘Langs de kaai’, met vijf gedichten van Remco Campert en tekeningen van Ysbrant. Deze bibliofiele edities werden steeds uitgegeven naar aanleiding van een tentoonstelling in De Zwarte Panter. Ysbrant was dan ook vertegenwoordigd op de schitterende expo in de historische Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek van 6 december 2018 tot 13 januari 2019.
Het werk van Ysbrant bevindt zich inmiddels in belangrijke openbare verzamelingen, naast het Stedelijk Museum Amsterdam bijvoorbeeld ook de omvangrijke collectie Kunst op de Campus Universiteit Antwerpen en het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen (MuHKA). Een mecenas heeft aan de Universiteit Antwerpen en aan het MuHKA een aantal basiswerken van de kunstenaar geschonken. Die zullen vanaf 11 februari 2020 te bewonderen zijn in het 16de-17de eeuws pand Het Brantijser, Sint-Jacobsmarkt 9-13 te 2000 Antwerpen, waar nu de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen is gehuisvest.
De huidige tentoonstelling in de Galerie De Zwarte Panter kreeg de titel The finishing touch, datgene waardoor een werkstuk geheel voltooid wordt, de laatste afwerking. Dit is ook de titel van een schilderij, olie op doek, dat op de uitnodigingskaart gereproduceerd werd. De tentoonstelling wordt ingeleid door Jan Mulder, vriend van Ysbrant en van Jan Decleir.