In het oeuvre van Jacques Lennep (1941, Lasne) staan de band en de ironische kijk op de kunst en het kunstdiscours centraal. Met zijn ‘Grisailles’ brengt hij een serie van zeven werken, die refereren aan schoolborden, waarin het woord een even belangrijke plaats inneemt als de geschilderde afbeelding. Elk van de werken inspireert zich op een fotografisch zwart-witdocument dat telkens weer een schilderij oproept (nu eens een Magritte, dan weer een Van Gogh, …)
Automatisch maakt zijn werk reminiscenties aan Foucault en Magrittes ‘Ceci n’est pas une pipe’, hoewel Lennep de de magrittiaanse stelling omkeert: boven een geschilderde stoel staat bij Lennep het woord ‘stoel’ geschreven. Het geschilderde object en het reële object vallen wel degelijk samen. Daarnaast zijn er een paar kleinere werken te zien, waar het woord eveneens een prominente plaats bekleedt en vaak het geschilderde van een extra humoristische lading voorziet.
Ingrid Braeckman
Met zijn Ode aan de worst toont Jacques Lennep (Ukkel, 1941) een reeks van veertien schilderijen op doek, die bestaan uit olieverf en acryl, waarbij elk werk een stukje worst uit verschillende landen en streken symboliseert. In plaats van de naam van de worst te vermelden schrijft Lennep de naam van een schilder op het doek, die afkomstig is van dezelfde streek als van de worst. Op die manier geeft hij een persoonlijke invulling aan Magrittes ‘La Trahison des Images’, waarbij de tekst en de voorstelling de kijker in eerste instantie in een lichte verwarring brengen en waarbij er een spel van analogie en tegenstelling wordt gespeeld. Humor en reflectie zijn inherent aan dit werk van Lennep.
Inge Braeckman
De tentoonstelling brengt enkele recente werken (2013-2015) van Jacques Lennep. Als antwoord op de bezingers van de schilderkunst, startte Lennep met het zwart bekladden van bruine schilderijen (1975-1981), vervolgens gekleurde schilderijen (1981-1988), alvorens een reeks werken op een zwarte achtergrond te maken (2003-2010), zoals schoolborden.
Zijn laatste en ook huidige werken (2013-2015) gaan nog verder omdat voor de basiskleuren enkel gebruik wordt gemaakt van “zwart en wit - het kleurloze - waarin alle kleuren in hun volle kracht worden vervat”. Deze Grisailles verwijzen naar de zwart-witfotografie: portretten, landschappen, voorwerpen, kledingstukken, etenswaren en woonomgevingen die zowel op zich, maar ook herkaderd of uitgedekt kunnen worden weergegeven. Beelden die herinneringen oproepen uit het verleden, maar ook hedendaagse voorwerpen, zelfportretten en afbeeldingen van enkele beroemdheden. Lennep voegt, met de hand of met de sjabloon, woorden of stukken zin toe die duiding of commentaar geven bij de gekozen beelden, of er juist afstand van nemen, zoals het schilderij L’Enfant du ghetto de Varsovie. We zien er de beroemde afbeelding die een SS'er in 1943 maakte en die wordt gerelateerd met de woorden uit Le Petit Prince (“dessine-moi un mouton”), het boekje dat in datzelfde jaar werd geschreven door Antoine de Saint Exupéry.
Het is een mooi en bijzonder coherent geheel dat het steeds aanwezige spel tussen beeld en woord in het werk van Jacques Lennep voortzet en nog verder verfijnt.
Nick Andrews | Michael Bastow | Fred Bervoets | Jacques Brissot | Michel Buylen | Hugo Claus | Jan Cox | Jan Decleir | Benjamin Demeyere | Etienne Desmet | Frans Heirbaut | Wim Hermans | Dr. Hugo Heyrman | Kamagurka en Herr Seele | Marc Kennes | Guy Leclercq | Jacques Lennep | Tom Liekens | Frank Maieu | Raymond Minnen | Mugo | Lieven Nollet | Benoit Piret | Pjeroo Roobjee | Wim De Schamphelaere | André Stas | Roger Van Akelijen | Frieda Van Dun | Marcel van Maele | Jan Vanriet | Frederique van Rijn | Dirk Vermeirre | Frank Wagemans | Ysbrant .17
Van de aanklikbare namen kunnen de voorbije exposities vanaf januari 2011 nog worden geraadpleegd.